Het boek "Liefde in de tropenjaren" ligt nu in de boekenhandel

‘Biep biep biep biep.’ Ze doet langzaam haar ogen open. Een zonnestraal komt door het gordijn piepen, en maakt de cijfers op de wekker naast haar bed zichtbaar. Zeven uur. Ze duwt op de snooze knop. Twee keer snoozen, zoals elke ochtend. Twee keer snoozen vooraleer de ochtendrush begint.  Ze sluit haar ogen terug terwijl ze zich langzaam omdraait en wrijft over de plek langs haar in bed. Een lege plek. ‘Juist ja’, denkt ze. Razendsnel schiet er door haar hoofd wat er zich gisterenavond afspeelde.

‘Nu toch niet meer’, zegt ze met verheven stem. ‘Het is bijna slaaptijd.’ Hij zucht, draait met zijn ogen en antwoordt kordaat: ‘Als jij het nu niet doet, doe ik het.’ Ze kijkt toe hoe hij hun zonen met veel trekken en sleuren in de badkamer krijgt.  En zo gaat het vaak, drie keer per week. Elke keer wanneer de jongens in bad moeten. Ze gaan sowieso al niet graag in bad, laat staan op het allerlaatste moment van de dag. Het moment dat ze zo moe en zo actief zijn tegelijkertijd. 

‘Als jij ze niet in bad doet, dan kan ik niet anders dan het nu te doen, die kinderen moeten toch gewassen worden.’ Natuurlijk vond ze het even belangrijk dat de kinderen in bad gingen, dat ze gewassen worden, dat ze een goede vorm van hygiëne meekrijgen en leren dat dat belangrijk is. Maar toch niet om 19 uur s ’avonds, wanneer ze eigenlijk al in bed moeten liggen? Voor hem was dat uur minder van belang. Ze moeten gewassen worden. Punt. En als dat het enige moment van de dag is dat er nog overblijft, dan moet het maar. Voor haar is het belangrijker dat de kinderen op tijd in bed geraken en de vrede bewaard wordt, ook als dat betekent dat bad-dag wordt opgeschoven. Ze geraakten er niet uit.

De ruzie die ze al zo vaak op precies dezelfde manier gevoerd hebben. 

Die avond besloot ze het te laten gebeuren. Ze zag hem de kinderen forceren om in bad te krijgen, ze zag ze wenen, ze moest haar eigen tranen verbijten. Toen ze een uur later vredevol in bed lagen en de scherpte van het moment vervlogen was, begon ze er terug over.  ‘Dit is de laatste keer dat het zo gebeurt.’ Ze kon het niet meer aanzien hoe hij de kinderen forceerde en hoe zij moest verdragen van dat te laten gebeuren. ‘Als jij ze vaker in bad zou doen, dan moet ik ze niet zo laat nog in bad steken.’ ‘Ah, wilt ge nu zeggen dat het mijn schuld is?’ Voor ze het weten schoten ze er terug in: de ruzie die ze al zo vaak op precies dezelfde manier gevoerd hebben. Hij zweeg. Zij ging naar boven, ging in bed liggen en viel na veel gepieker in slaap. Hij sliep op de zetel. 

Niet veel later ontmoette ik haar voor de eerste keer. Ze kwam alleen bij me langs. Ze was het beu om voortdurend dezelfde ruzie te hebben. Ze wilde eraan werken om eruit te geraken. Ze wilde weten hoe ze hem kon overtuigen, hoe ze ervoor kon zorgen dat hij haar beter zou begrijpen, dat hij aan hetzelfde koord kon trekken als haar. Dat hij kon inzien dat bad-tijd niet ten koste van goede vrede mag gaan en dat 19 uur gewoon écht te laat is om de kinderen in bad te steken. Ze hoopte dat ik haar daarbij kon helpen. Ze hoopte dat ik haar overtuigings-skills kon verscherpen, zodat haar pijlen scherper en steviger konden zijn in de strijd. En zij, eindelijk, de strijd kon winnen. Want dat was wat er nodig was. ‘Wat als de overwinning niet zit in het gevecht winnen? Wat als de overwinning zit in het terugvinden van elkaar in het gevecht?’, vroeg ik haar. Ze keek me vragend en fronsend aan.

Hoe kan ik hem overtuigen?

Ze waren vooral op zichzelf gericht, op hun visie en hoe hun partner tegemoet moest komen aan die visie. Hoe ze de ander konden overtuigen om hun visie meer te zien en uit te dragen. Daarin stonden ze lijnrecht tegenover elkaar. Hoe meer de ene het belang van het nemen van een bad onderstreepte, hoe meer de ander dat afgrensde met: ‘Toch niet zo laat’. Er was geen middenruimte, geen variatie, geen begrip, geen schakering. Er waren enkel twee tegengestelde ideeën, waarin twee mensen elkaar verloren, in het gevecht naar de overwinning. ‘Maar hoe kunnen we hier dan ooit uit geraken?’ Alvast niet door de ander nog meer te willen overtuigen, want hoe meer de ene probeert, hoe meer de ander zich schrap zet.  

‘Wat maakt dat je partner het zo belangrijk vindt om op het einde van de dag nog de kinderen in bad te doen?’, vraag ik. ‘Wat doet het idee met hem dat bad-tijd moet wachten tot de volgende dag?’ En nog deze: ‘Welk initiatief toon jij om de kinderen op een ander moment – voor 19 uur – in bad te doen?’ Die eigenlijk doelt op: ‘Hoe kan je je partner begrijpen in zijn standpunt?’ en ‘Wat doe je zelf om tegemoet te komen aan dat standpunt?’. Want dan ben je terug aan het verbinden! ‘Hmm’, zei ze, ‘dat weet ik eigenlijk niet.’ Ze had er nog niet bij stil gestaan. Het enige gesprek dat ze tot nu toe hadden was ‘Geen bad na 19u’ en ‘Bad moet, ongeacht het uur.’ 

Ze waren zo vastgeraakt op die twee ideeën dat de discussie nauw geworden was. Uitzichtloos, met een tunnelvisie. Noem het hoe je wilt, maar ze waren alle breedbeeld kwijt. En net dat breedbeeld zou hen terug meer naar elkaar kunnen toebrengen. Wapenstilstand. Ons gesprek kwam ten einde en we prikten een nieuw moment om elkaar terug te zien.  

Ze zette zich neer over me en lachte: ‘De strijd is gaan liggen,’

Twee weken later wandelde ze terug mijn gespreksruimte binnen. Ze zette zich neer over me en lachte: ‘De strijd is gaan liggen,’ kondigde ze aan. ‘Vertel’, zeg ik benieuwd. ‘We spraken er samen over, maar anders dan voordien. We hadden het niet over welke beslissing we moesten maken, maar focusten ons op begrip voor elkaars standpunt. Dat maakte het gesprek meteen heel anders.’

Door mijn wapen neer te leggen, kon hij dat ook doen.

Ze ging verder: ‘Ik besefte dat ik heel erg weinig initiatief neem om de kinderen in bad te doen. Waardoor het ook vaak voorvalt dat het al laat is en ze dan nog niet in bad zijn geweest. En hij dan degene is die ervoor zorgt dat ze uiteindelijk wel in bad geraken. Dat besefte ik daarvoor niet. Ik vond vooral dat hij zich moest aanpassen en verloor zo zicht op wat ik kon doen en wat hij betekent. Door zijn standpunt te willen begrijpen, kon hij zelf ook toegeven dat de kinderen zo laat in bad doen, zelden goed verloopt. Dat hij zich daar ook niet goed bij voelt. Door mijn wapen neer te leggen, kon ook hij dat doen. Eigenlijk konden we elkaar opeens terug vinden. Die breedbeeld waar je het over had, was zo voelbaar. Alsof de mist optrok.’ 

Even heerste er stilte. ‘En zo kwamen we eigenlijk ook tot een nieuwe beslissing waar we allebei konden achter staan. Een beslissing waarin ik hem tegemoet kom, door meer initiatief te nemen om de kinderen op andere momenten in bad te doen, voor 19 uur. Zodat hij niet moet doorduwen na 19 uur. Hij komt me tegemoet door te aanvaarden dat bad niet meer na 19 uur gebeurt.’ Ik vraag wie er nu gewonnen heeft, omdat het eerder zo hard over strijden en overwinnen ging. Ze moet even nadenken.

‘Wij’, antwoordt ze met een ontluikende glimlach. 


Mijn vragen voor jou:

  • Waar wil jij je partner van overtuigen?
  • Wat maakt dit zo belangrijk voor jou?
  • Waar wil je partner jou van overtuigen?
  • Wat maakt dit zo belangrijk voor je partner?

Weet je het antwoord op deze vragen niet? Wat goed! Gebruik de vragen als starter voor fijn gesprek met je partner.

Deel dit artikel met je partner / vriendin / familie, ...

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees verder